Compleet bloedonderzoek


Waarom deze test?

Om een indruk te krijgen van de algemene gezondheid van een patiënt en om te controleren op een aantal specifieke aandoeningen waaronder bloedarmoede (anemie) en infecties.

Welk materiaal?

Bloed

Wat wordt er getest?

Bij een compleet bloedonderzoek worden in het bloedmonster gemiddelde grootte, vorm en aantal gemeten van de rode bloedcellen (erytrocyten) en de witte bloedcellen (leukocyten) en het aantal bloedplaatjes (trombocyten) wordt geteld. De gemeten waarden worden vergeleken met normaalwaarden. Dit bloedonderzoek gebeurt in een geautomatiseerde meetopstelling. Als er afwijkingen worden gevonden, zal het bloed verder worden onderzocht onder de microscoop.

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.

Wanneer wordt deze test gedaan?

Het complete bloedonderzoek wordt gebruikt als een algemene test voor het opsporen van verschillende aandoeningen. Elke type bloedcel heeft een eigen rol en functie en afwijkingen (in aantal, vorm of grootte) zijn een indicatie voor een groot aantal ziekten. Eigenlijk is het complete bloedonderzoek een samengestelde test waarbij verschillende onderdelen van het bloed worden onderzocht en gemeten.

Witte bloedcellen (leukocyten) die het lichaam beschermen tegen infecties. In het onderzoek wordt aantal en soorten witte bloedcellen gemeten. Er zijn vijf verschillende soorten (neutrofielen, lymfocyten, monocyten, eosinofielen en basofielen), die elk een eigen functie hebben. Bij een infectie kan het percentage neutrofielen bijvoorbeeld verhoogd zijn, bij een allergie het percentage eosinofielen en bij leukemie (bloedkanker) kan het percentage lymfocyten sterk zijn toegenomen. Rode bloedcellen (erytrocyten) bevatten het zuurstoftransporterende eiwit hemoglobine. Als er onvoldoende rode bloedcellen aanwezig zijn, kan dat wijzen op bloedarmoede. Als er teveel zijn, is er sprake van polycytemie. Dat komt echter maar zelden voor. Normaal hebben rode bloedcellen bijna allemaal dezelfde grootte en vorm, afwijkingen kunnen worden veroorzaakt door bijvoorbeeld een gebrek aan vitamine-B12, foliumzuur of ijzer. Ook de hoeveelheid hemoglobine wordt bepaald en aan de hand daarvan kan worden beoordeeld of er voldoende zuurstof door het lichaam wordt verspreid. De hematocriet meting geeft informatie over het volume dat de rode bloedcellen innemen in het bloed. In het onderzoek wordt een aantal specifieke parameters voor de rode bloedcellen gemeten: MCV (Mean Corpuscular Volume) is de Engelse term voor de gemiddelde grootte van rode bloedcellen. Een te hoge MCV-waarde komt voor bij bloedarmoede ten gevolge van een vitamine-B12 gebrek. Een te lage MCV-waarde komt voor bij bloedarmoede ten gevolge van een ijzergebrek. MCH (Mean Corpuscular Hemoglobin) is de Engelse term voor de berekening van de hoeveelheid zuurstof vervoerend hemoglobine in de rode bloedcellen. MCHC (Mean Corpuscular Hemoglobin Concentration) is de Engelse term voor de berekening van de hemoglobine concentratie in rode bloedcellen. RDW (Relative Distribution Width) is de Engelse term voor de berekening van de variatie in de grootte van de rode bloedcellen. Bij sommige soorten bloedarmoede bestaat er een grote variatie in de afmetingen van rode bloedcellen. Dan is de RDW toegenomen. Bloedplaatjes (trombocyten) spelen een belangrijke rol bij bloedstolling. In het onderzoek wordt het exacte aantal bloedplaatjes gemeten. Bij een te groot aantal bloedplaatjes neemt de kans op bloedstolsels toe en bij een te laag aantal treden gemakkelijk bloedingen op (blauwe plekken).

Wat betekent de uitslag?

In de volgende tabel staat weergegeven wat elke verandering van een component uit het complete bloedonderzoek betekent.

Betekenis verandering van een component uit het complete bloedonderzoek TestNaamVerlaagd /Verhoogd WBC (leukocyten) Witte bloedcellen

Verhoogd bij infecties, ontstekingen en kanker.Verlaagd bij medicijngebruik(bijvoorbeeld methotrexaat), bij sommige auto-immuunziekten, bij sommige ernstige infecties en bij het niet goed werken van het beenmerg

% neutrofielen Neutrofielen Dit is een wisselende populatie van cellen die verandert van samenstelling afhankelijk van wat er gaande is in het lichaam. Veranderingen van de aantallen van een bepaald type cellen kunnen worden veroorzaakt door tijdelijke, acute of chronische aandoeningen. Een voorbeeld is een sterke verhoging van het aantal lymfocyten bij lymfocyten kanker (lymfocyten leukemie) % lymfocyten Lymfocyten % monocyten Monocyten % eosinofielen Eosinofielen % basofielen Basofielen RBC (erytrocyten) Rode bloedcellen Verlaagd bij een bloedarmoede. Verhoogd bij een toegenomen aanmaak en bij vloeistof verlies door diarree, uitdroging of brandwonden Hb Hemoglobine Zie rode bloedcellen Ht Hematocriet Zie rode bloedcellen MCV Mean Corpuscular Volume Verhoogd bij vitamine-B12- en foliumzuurgebrek. Verlaagd bij ijzergebrek en thalassemie MCH Mean Corpuscular Hemoglobin Zie MCV MCHC Mean Corpuscular Hemoglobin Concentration Kan verlaagd zijn als het MCV verlaagd is. Een verhoging hangt af van de hoeveelheid hemoglobine dat in een rode bloedcel past RDW Relative Distribution Width Een verhoging wijst op een gemengde rode bloedcel populatie. Onrijpe rode bloedcellen zijn groter Bloedplaatjes Bloedplaatjes Verlaagd bij een toegenomen verbruik zoals bij een bloeding. Ook verlaagd bij een aantal erfelijke ziekten (Wiskott-Aldrich, Bernard-Soulier), bij SLE (systemische lupus erythematosis), een vergrote milt, bloedkanker (leukemie) en chemotherapie. Verhoogd bij een toegenomen aanmaak in het beenmerg. MPV Mean Platelet Volume Varieert met de aanmaak van bloedplaatjes. Jonge bloedplaatjes zijn groter dan oudere

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.


Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.

Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.