Vitamine D


Ook wel bekend als
25-hydroxy-vitamine D, calcidiol, calcifidiol, 1.25 dihydroxy-vitamine D, calcitriol
Officiële naam
vitamine D
Verwante testen

Waarom deze test?

Om de oorzaak op te sporen van botproblemen, bijschildklieraandoeningen, onbegrepen spierzwakte of een tekort aan vitamine D vast te stellen, of om behandeling met vitamine D te volgen.

Welk materiaal?

Bloed

Wat wordt er getest?

Deze test meet de hoeveelheid vitamine D in bloed. In het bloed komen twee verschillende vormen voor: de werkzame vorm 1,25-dihydroxy vitamine D en de niet-werkzame vorm 25-hydroxy vitamine D die als voorraad dient voor de werkzame vorm. Om vast te stellen of iemand voldoende vitamine D heeft, wordt meestal de niet-werkzame vorm gemeten.

Vitamine D speelt in het lichaam een belangrijke rol bij de opname van calcium, fosfaat en magnesium. Vitamine D is daarbij nodig voor gezond botweefsel en het groeien van botten. Zonder vitamine D zijn botten zacht, misvormd en niet in staat zichzelf goed te repareren. Tekort aan vitamine D kan leiden tot ziekten zoals de Engelse ziekte (rachitis) bij kinderen of verweking van bot (osteomalacie) bij volwassenen.

Vitamine D speelt verder een belangrijke rol "als sleutel" tot het DNA in de celkern (eiwitsynthese) en is nodig voor het uitrijpen van cellen. Bewezen is een oorzakelijk verband met spierzwakte en het functioneren van het afweersysteem.

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.

Wanneer wordt deze test gedaan?

De dokter vraagt een vitamine D-bepaling aan voor patiënten met een abnormaal calciumgehalte in bloed of voor patiënten met klachten die horen bij vitamine D-tekort zoals: bij kinderen met misvormde en zwakke botten en bij volwassenen met zachte botten of gebroken botten (osteomalacie). Verder is er een indicatie bij onbegrepen spierzwakte. Voor zwangeren is het zeer belangrijk om een goede vitamie D spiegel te hebben in verband met de skeletvorming van het ongeboren kind, het voorkomen van spierzwakte en calciumtekort bij de pasgeborene en mogelijk het voorkomen van een aantal auto-immuun ziekten

De dokter vraagt de test ook aan voor patiënten waarbij het vermoeden bestaat dat zij een teveel aan vitamine D hebben als gevolg van een ziekte zoals sarcoïdose en sommige lymfomen.

De omzetting van de niet-werkzame 25-hydroxy vitamine D in werkzaam 1,25-dihydroxyvitamine D wordt geregeld door PTH. De dokter kan PTH laten meten om de oorzaak van een tekort aan werkzaam vitamine D te achterhalen.

Bij patiënten die vitamine D, calcium, fosfaat of magnesium toegediend krijgen, laat de dokter soms vitamine D testen om te kijken of de therapie werkt.

De dokter laat ook wel vitamine D bepalen bij mensen bij wie er een grotere kans is dat ze slecht vitamine D opnemen via hun darmen. Voorbeelden van zulke ziekten zijn taaislijmziekte (cystic fibrose) en de ziekte van Crohn.

Wat betekent de uitslag?

De streefwaarde voor 25-hydroxy vitamine D ligt tussen 50 en 150 pmol/L.

Verhoogd:Een hoog vitamine D in de niet-werkzame vorm (25-hydroxy vitamine D) betekent meestal dat iemand te veel vitamine D binnen krijgt, bijvoorbeeld via vitaminepillen of andere supplementen. Een hoog vitamine D in de werkzame vorm (1,25-dihydroxy vitamine D) kan komen door te hoge productie van bijschildklierhormonen of bij ziekten zoals sarcoïdose of sommige lymfomen.

Een hoog vitamine D (concentraties boven 500 nmol/l) in combinatie met verhoogd calcium kan zorgen voor verkalking en schade aan organen zoals de nieren. Het lichaam probeert de hoeveelheid calcium te verlagen door calciumfosfaat af te zetten in de organen. De organen verkalken hierdoor en raken beschadigd.

Verlaagd:Een laag vitamine D in de niet-werkzame vorm (25-hydroxy vitamine D) duidt op een vitamine D-tekort. Dit kan worden veroorzaakt door te weinig zonlicht, onvoldoende opname via de voeding of slechte opname vanuit de darmen. Een laag vitamine D in de werkzame vorm (1,25-dihydroxy vitamine D) kan ontstaan bij nierziekten.

Het gebruik van sommige medicijnen tegen epilepsie kan leiden tot een minder goed functionerende lever waardoor deze minder vitamine D aanmaakt. Een te lage magnesiumwaarde kan leiden tot een verlaagde calciumwaarde. Het lichaam kan dit niet herstellen met behulp van vitamine D en bijschildklierhormoon (PTH). Na toediening van magnesium en calcium wordt de regulatie weer hersteld.

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.


Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.

Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.