PTH


Ook wel bekend als
intact PTH, parathormoon
Officiële naam
parathyroïd hormoon
Verwante testen

Waarom deze test?

Om afwijkingen in de calciumhuishouding op te sporen en het functioneren van de bijschildklieren te onderzoeken.

Welk materiaal?

Bloed

Wat wordt er getest?

De test meet de hoeveelheid PTH in bloed. PTH is een hormoon dat in de vier bijschildkliertjes wordt geproduceerd en een belangrijke rol speelt bij de regeling van de calciumhuishouding. PTH maakt deel uit van een terugkoppelingssysteem, bestaande uit calcium, PTH en vitamine D (daarnaast spelen fosfaat en magnesium ook nog een rol). Bij een tekort aan calcium (hypocalciëmie) stijgt de hoeveelheid PTH, wat er voor zorgt dat de hoeveelheid calcium in bloed stijgt tot een normale waarde, waarna de aanmaak van PTH weer afneemt.

Een verstoring van dit terugkoppelingssysteem kan leiden tot abnormale stijgingen of dalingen van de hoeveelheid calcium en PTH in het bloed.

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.

Wanneer wordt deze test gedaan?

PTH wordt aangevraagd om de oorzaak van hoge of lage hoeveelheden calcium in het bloed op te sporen. Dit heeft namelijk meestal te maken met een te snel of te langzaam werkende bijschildklier.

Een te snel werkende bijschildklier, die teveel PTH aanmaakt, leidt tot te hoge calciumwaarden in het bloed (hypercalciëmie). Hierbij kunnen nierstenen of andere calciumafzettingen in organen ontstaan, naast het optreden van botontkalking. Hypercalciëmie gaat gepaard met klachten als moeheid, misselijkheid, buikpijn en dorst. Een te snel werkende bijschildklier kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een (goedaardige) tumor in de bijschildklier.

Een te langzaam werkende bijschildklier, die te weinig PTH aanmaakt, leidt tot te lage calciumwaarden in het bloed (hypocalciëmie). Dit gaat gepaard met klachten als buikpijn, spierkrampen en tintelingen in de vingers. Een te langzaam werkende bijschildklier kan worden veroorzaakt door autoimmuunziekten of door beschadiging/verwijdering van bijschildklierweefsel tijdens een operatie.

PTH wordt gemeten tijdens de operatieve verwijdering van bijschildkliertumoren. Het is voor de chirurg belangrijk om te weten of al het abnormale klierweefsel verwijderd is. Als dat het geval is, daalt de hoeveelheid PTH in het bloed met meer dan 50% binnen 10 minuten. Als de PTH-waarde niet afneemt, moet de chirurg verder zoeken naar afwijkende bijschildkliertjes.

Bij behandeling van afwijkingen aan de bijschildklier, kan de meting van PTH in combinatie met de meting van calcium worden gebruikt om het effect van de behandeling te volgen.

Wat betekent de uitslag?

De referentiewaarde verschilt per laboratorium. PTH-waarden moeten altijd beoordeeld worden in relatie tot de hoeveelheid calcium.

Interpretatie PTH-waarden CalciumPTH Interpretatie normaal normaal Systeem dat calcium reguleert functioneert normaal verlaagd verhoogd PTH respons is correct; andere testen moeten gedaan worden om de oorzaak van de hypocalciëmie op te sporen verlaagd normaal of verlaagd PTH respons is niet correct; mogelijk is er sprake van hypoparathyreoïdie (te traag werkende bijschildklier) verhoogd verhoogd Bijschildklieren maken teveel PTH; verder onderzoek is nodig verhoogd verlaagd De bijschildklieren reageren goed; andere testen moeten gedaan worden om de oorzaak van de hypercalciëmie op te sporen

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.


Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.

Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.