Urineanalyse


Officiële naam
urineanalyse

Waarom deze test?

Om te controleren of er sprake is van nierproblemen, aandoening van urinewegen of een stofwisselingsstoornis.

Welk materiaal?

Een portie urine; de eerste ochtendurine is het best bruikbaar

Wat wordt er getest?

Een urineanalyse bestaat uit een aantal tests waarbij de urine wordt onderzocht op onder meer de aanwezigheid van cellen, bacteriën, eiwit en glucose.

De nieren spelen een cruciale rol bij de samenstelling van urine. Ze filteren afvalproducten uit het bloed en zorgen ervoor dat eiwitten, zouten en andere bruikbare stoffen voor het lichaam behouden blijven. Afvalproducten en onbruikbare stoffen komen vanuit de nieren in de blaas terecht en verlaten via de urinebuis het lichaam.

Urine is meestal helder en geel van kleur. Omdat de samenstelling van urine varieert kunnen kleur en helderheid per keer verschillen.

Veel aandoeningen kunnen in een vroeg stadium worden aangetoond door urineonderzoek, omdat ze zich verraden door stoffen in de urine die er niet in thuis horen. Bijvoorbeeld glucose, eiwit, bilirubine, rode bloedcellen, witte bloedcellen, kristallen en bacteriën. Deze stoffen kunnen in de urine terechtkomen omdat de nieren niet goed functioneren, maar ook omdat ze in het bloed (verhoogd) aanwezig zijn. Wanneer er bacteriën worden gevonden in de urine dan kan dat wijzen op een urineweginfectie.

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Een beetje plas wordt opgevangen in een schoon potje. Dat kan het beste meteen na het opstaan. De urine is dan het meest geconcentreerd en afwijkingen worden daarin sneller opgespoord. Wel eerst wassen, zodat er geen bacteriën of huidcellen in terecht komen. Het beste monster wordt verkregen door eerst een beetje uit te plassen in de wc, dan wat op te vangen en de rest kan gewoon weer in de wc. Binnen twee uur moet het potje naar het laboratorium worden gebracht. Anders in de koelkast bewaren.

Wanneer wordt deze test gedaan?

De urineanalyse maakt meestal deel uit van een algemeen lichamelijk onderzoek. Verder zal de arts een urineanalyse aanvragen voor patiënten met klachten die wijzen op een infectie van de urinewegen (zoals buikpijn, rugpijn, vaak moeten plassen en pijn bij het plassen, bloed in de urine) of als onderdeel van een zwangerschapscontrole.

De analyse van urine wordt ook gebruikt om nierziekten, urinewegproblemen of stofwisselingsziekten op te sporen en/of vast te stellen. Vaak worden afwijkingen in de urine gevonden (bijvoorbeeld de aanwezigheid van eiwit of glucose) voordat dat de patiënt klachten heeft.

Bij patiënten met chronische aandoeningen zoals nierziekte of stofwisselingsproblemen, wordt het urineonderzoek regelmatig herhaald om het verloop van de ziekte te volgen en het effect van behandeling te volgen.

Wat betekent de uitslag?

De analyse van urine bestaat uit twee stappen:

1. Onderzoek waarbij verschillende stoffen (leukocyten, erytrocyten/hemoglobine, eiwit, nitriet, glucose, ketonen, urobilinogeen, bilirubine, pH en ionsterkte) in de urine worden bepaald.

2. Microscopisch onderzoek (sediment urine, zie aldaar) waarbij o.a. gekeken wordt naar de aanwezigheid van cellen, eiwitcilinders, kristallen en bacteriën. Het microscopisch onderzoek wordt meestal alleen uitgevoerd als bij het eerste onderzoek afwijkingen worden gevonden.

Als in de urine stoffen worden aangetoond die ongewoon zijn, biedt de soort stof die is aangetoond en de hoeveelheid ervan een aanwijzing voor de achterliggende aandoening en de ernst daarvan. Bacteriën wijzen bijvoorbeeld op een infectie. Een afwijkende urineanalyse is meestal aanleiding voor aanvullend onderzoek om de aard en ernst van de onderliggende ziekte vast te stellen.

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.


Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.

Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.