Waarom deze test?

Om het functioneren van de alvleesklier (met name de productie van spijsverteringssappen) te onderzoeken.

Welk materiaal?

Ontlasting (faeces)

Wat wordt er getest?

In een portie ontlasting wordt de hoeveelheid elastase gemeten. Elastase is een spijsverteringsenzym. Spijsverteringsenzymen splitsen voedingsstoffen in kleinere eenheden zodat ze kunnen worden opgenomen vanuit het maag-darmkanaal in de bloedbaan.

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Afhankelijk van het testvoorschrift wordt van één of meer dagen ontlasting verzameld in speciale potjes. In het deksel zit een schepje waardoor de handen schoon blijven.

Wanneer wordt deze test gedaan?

De dokter vraagt de elastase test aan om het functioneren van de alvleesklier te onderzoeken. De alvleesklier produceert zowel hormonen als insuline, als ook spijsverteringssappen. Meten van elastase in feces geeft een goede indicatie van die laatste functie. Elastase splitst elastine (onderdeel van bindweefsel) en wordt tijdens passage in de darmen niet afgebroken, waardoor het een betere merker is dan het vroeger gebruikte trypsine.

Functie vermindering kan optreden bij:

Wat betekent de uitslag?

Normaal:Normaal is per gram ontlasting meer dan 200 microgram elastase aanwezig.

Verlaagd:Lagere waarden duiden op een vermindering van de alvleesklierfunctie. Dit komt voor bij patiënten met cystic fibrosis (CF, taaislijmziekte) en bij ontstekingen en kanker van de alvleesklier.

Bij gezonde zuigelingen stijgt de hoeveelheid elastase in de ontlasting in de eerste levensmaand tot boven 200 microgram per gram ontlasting. Bij zuigelingen met CF treedt deze stijging niet op. De waarden blijven laag, meestal onder 20 microgram per gram ontlasting.

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.