Complement


Ook wel bekend als
C3, C4, totaal complement, CH50, totale hemolytische complement activiteit, AP50, C1-esteraseremmer
Officiële naam
complement

Waarom deze test?

Om na te gaan of afwezigheid van eiwitten die deel uit maken van het complementsysteem, of afwijkingen in deze eiwitten, een rol spelen bij steeds terugkerende infecties. Ook wordt complement gemeten om de activiteit van een autoimmuunziekte te volgen.

Welk materiaal?

Bloed

Wat wordt er getest?

Deze test meet de hoeveelheid en functie (activiteit) van complementeiwitten in het bloed. Het complementsysteem is een groep van eiwitten die samenwerken in het afweersysteem om het lichaam te verdedigen tegen ziekteverwekkers (bacteriën en virussen). Het complementsysteem bestaat uit negen belangrijke eiwitten (C1 t/m C9) die weer geholpen worden door andere eiwitten. Meestal worden C3 en C4 gemeten. Als deze beide eiwitten onvoldoende inzicht bieden, wordt vaak de totale complementactiviteit (CH50 of AP50) bepaald.

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.

Wanneer wordt deze test gedaan?

De dokter vraagt de complementtest aan voor patiënten met onverklaarbare ontstekingen, vochtophoping (oedeem) of in geval van steeds terugkerende onbegrepen (bacteriële) infecties.

Afwijkingen in het complementsysteem kunnen gepaard gaan met het optreden of verergeren van autoimmuunziekten. Daarom vraagt de dokter de test ook aan bij symptomen van autoimmuunziekten.

Wat betekent de uitslag?

Normale waarden voor complement eiwitten zijn

C3 0,9 -1,8 g/L

C4 0,1- 0,4 g/L

CH 50 68 -133%

AP 50 67 - 128%

Het kan zijn dat er enigszins verschillende grenzen worden gehanteerd in verschillende laboratoria.

Verlaagde en verhoogde complement waarden vertellen de dokter niet welke ziekte de patiënt heeft. De waarden geven wel aan dat het immuunsysteem betrokken is bij de ziekte die onderzocht wordt.

Verlaagd:

Complement kan verlaagd zijn door een erfelijk tekort aan complement of door een toename in verbruik van complement in het lichaam. Een erfelijk tekort aan één van de complement eiwitten zal vaak leiden tot terugkerende infecties of een autoimmuunziekte. Als het tekort aan complement het gevolg is van een chronische ziekte, zal de hoeveelheid complement in het lichaam weer terug gaan naar normaal als de ziekte voorbij is.

Verlaagde complement waarden kunnen gevonden worden bij:

Terugkerende (bacteriële) infecties Autoimmuunziektes (zoals SLE en vasculitis) Angio-oedeem (erfelijke en niet-erfelijke vormen) Verschillende typen nierziektes (zoals glomerulonefritis, lupus nefritits, membraneuze nephritis, IgA nefropathie) Ondervoeding Sepsis (bloedvergiftiging) Serumziekte (een bepaalde vorm van allergie)

Verhoogd:

Als complement verhoogd is in het lichaam tijdens acute of chronische ontsteking, dan zijn vaak andere eiwitten (acute fase eiwitten) ook verhoogd. Wanneer de ontsteking weer over is, dan gaan de hoeveelheden complement en acute fase eiwitten weer terug naar normale waarden.

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.


Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.

Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.