Anti-IA2


Ook wel bekend als
antistoffen tegen islet antigen-2, diabetes antistoffen
Officiële naam
Anti islet antigen-2

Waarom deze test?

Om suikerziekte type I, ofwel Diabetes Mellitus type 1, vast te stellen.

Welk materiaal?

Bloed

Wat wordt er getest?

De test bepaalt de hoeveelheid antistoffen tegen islet antigen-2 (IA2) in bloed. Antistoffen tegen IA2 zijn gericht tegen de insulineproducerende cellen in de alvleesklier. Normaal maakt het afweersysteem antistoffen tegen binnendringende bacteriën en virussen. Soms gaat er iets mis waardoor antistoffen worden gemaakt tegen eigen cellen, weefsel of organen. Deze zogeheten autoantistoffen kunnen leiden tot beschadigingen en ontstekingen van lichaamsweefsel en organen, zoals in dit geval de alvleesklier. De IA2-antistoffen richten zich tegen de cellen in de alvleesklier die insuline produceren. Deze reactie leidt tot verstoring van de insulineproductie waardoor suikerziekte (Diabetes Mellitus, DM). Deze autoimmuun suikerziekte wordt aangeduid met DM type 1. Naast de IA2-antistoffen worden bij DM type 1 ook ander autoantistoffen gevonden zoals antistoffen tegen GAD (glutamic acid decarboxylase) en antistoffen tegen insuline.

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.

Wanneer wordt deze test gedaan?

Deze test wordt gedaan om bij patiënten met suikerziekte vast te stellen of het gaat om DM type 1 of DM type 2. De bepaling van IA2-antistoffen kan uitsluitsel geven. De test wordt in de meeste gevallen uitgevoerd in combinatie met de anti-GAD test.Er bestaan twee belangrijke vormen van suikerziekte. Suikerziekte type 1 (DM type 1) is een autoimmuunziekte en ontstaat doordat het afweersysteem de insulineproducerende cellen in de alvleesklier (pancreas) beschadigt. Hierdoor kan de alvleesklier geen of niet voldoende insuline maken om het glucosegehalte (suikergehalte) in het bloed op peil te houden. DM type1 ontstaat meestal op jonge leeftijd en wordt ook wel jeugdsuikerziekte genoemd. Recent onderzoek wijst uit dat DM type 1 ook op oudere leeftijd kan ontstaan.

Tegenover DM type 1 staat DM type 2, een veel vaker voorkomende vorm van suikerziekte, die zich meestal op latere leeftijd ontwikkelt. DM type 2 is geen autoimmuunziekte en de alvleesklier produceert voldoende insuline, maar het lichaam is ongevoelig (geworden) voor insuline. Hoewel DM type 2 ook wel wordt aangeduid met ouderdomssuikerziekte, kan het ook al op jonge leeftijd ontstaan bijvoorbeeld bij ernstig overgewicht. In Westerse landen komt DM type 2 steeds vaker voor bij jongeren waardoor DM type 2 een toenemend gezondheidsprobleem wordt.

Wat betekent de uitslag?

Normaal

De gemeten hoeveelheid IA2-antistoffen is afhankelijk van de meetmethode die het laboratorium gebruikt. Daarom variëren referentiewaarden en de afkapgrens van laboratorium tot laboratorium. Uitslagen boven de afkapgrens worden als positief beschouwd. Uitslagen onder de afkapgrens worden als negatief beschouwd. Afwezigheid van IA2-antistoffen (negatieve uitslag) sluit niet uit dat iemand DM type I heeft.

Verhoogd

Een verhoogde uitslag (positieve uitslag) betekent dat het vrijwel zeker gaat om DM type 1. De patiënt zal meestal snel moeten beginnen met het spuiten van insuline. De aanwezigheid van IA2-antistoffen of andere diabetes autoantistoffen in gezonde familieleden van een patiënt met DM type 1 betekent dat deze familieleden een verhoogde kans hebben om ook DM type 1 te ontwikkelen. Hoe meer verschillende antistoffen tegelijk aanwezig zijn, hoe hoger de kans is. Er zijn nog geen behandelingen die het ontstaan van DM type 1 kunnen voorkomen. Mensen met een verhoogd risico zullen wel vaker gecontroleerd worden om bij het ontstaan van diabetes vroegtijdig te kunnen behandelen.IA2-antistoffen worden vaker positief gevonden bij kinderen met DM type I en GAD-antistoffen worden vaker positief gevonden bij volwassenen met DM type I.

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.


Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.

Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.