Tau/Aβ42


Ook wel bekend als
Alzheimer biomarkers, hersenspecifieke eiwitten
Officiële naam
amyloid bèta 42 peptide en tau-proteïne
Verwante testen
-

Waarom deze test?

Om bij patiënten met dementie onderscheid te kunnen maken tussen de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie.

Welk materiaal?

Hersen- of ruggenmergvocht (liquor cerebrospinalis)

Wat wordt er getest?

De test bepaalt de hoeveelheid van amyloid beta 42 peptide (Aß42) en Tau in hersenvocht. Het zijn twee eiwitten in de hersenen die een rol spelen bij de ontwikkelingen van afwijkende structuren in het hersenweefsel (dit zijn gedraaide eiwitfragmenten, zogenaamde neurofibrillaire strengen en seniele plaques).

De vorming van neurofibrillaire strengen is een normaal verschijnsel bij het ouder worden. Bij mensen met de ziekte van Alzheimer zijn deze neurofribillaire strengen echter in veel groter aantal aanwezig.

Afwijkende vormen van Tau-eiwit, een fosfoproteïne uit de hersenen, leidt tot de vorming van neurofibrillaire strengen. Het Aß42 is een onoplosbare verbinding dat ontstaat uit het eiwit beta amyloïd. Aß42 is betrokken bij de vorming van seniele plaques.

De rol van het beta amyloïd precursor eiwit (en Aß42) en het tau eiwit bij de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer is nog niet volledig bekend. Er vindt nog veel onderzoek plaats.

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Hersen- of ruggenmergvocht wordt verkregen door middel van een ruggenmergprik. Dit gebeurt doorgaans in het ziekenhuis.

Wanneer wordt deze test gedaan?

Wanneer een patiënt verschijnselen van dementie vertoont, zoals geheugenverlies, veranderingen in gedrag en een afgenomen vermogen om alledaagse functies uit te voeren, zal de arts een gedegen onderzoek doen om de oorzaak te achterhalen. Dit onderzoek bestaat onder andere uit tests om kennis en geheugen te toetsen. Een scan van het brein kan ook tot dit onderzoek behoren.

De bepaling van het Tau-eiwit en Aß42 kan door de arts worden aangevraagd als een aanvullende test om de diagnose ziekte van Alzheimer te kunnen stellen.

Wat betekent de uitslag?

Onderzoek naar Tau eiwit en Aß42 levert aanvullende informatie om onderscheid te maken tussen de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie. De testuitslagen zijn sterk afhankelijk van de meetmethode die in het laboratorium wordt gehanteerd. Bovendien zijn de testuitslagen leeftijdsafhankelijk.

Voor het Tau eiwit hanteren veel laboratoria een referentiewaarde van 300 pg/ml (onder de 50 jaar) of 350 pg/ml (boven de 50 jaar). Onder deze waarde is de Tau concentratie normaal, daarboven is de concentratie afwijkend.

Voor het Aß42 eiwit hanteren veel laboratoria een referentiewaarde van 400 pg/ml (onder de 15 jaar) of 500 pg/ml (boven de 15 jaar). Onder deze waarde is de Aß42 concentratie normaal, daarboven is de concentratie afwijkend.

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.


Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.

Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.