Lipase


Ook wel bekend als
vetsplitsend enzym
Officiële naam
lipase
Verwante testen

Waarom deze test?

Om vast te stellen of een patiënt een alvleesklierziekte (ziekte van de pancreas) heeft.

Welk materiaal?

Bloed

Wat wordt er getest?

Deze test meet de hoeveelheid lipase in het bloed. Lipase wordt door de alvleesklier (pancreas) gemaakt en wordt via de alvleesklierbuis naar de twaalfvingerige darm vervoerd. Lipase is een enzym. Een enzym is een eiwit dat een bepaalde stof kan omzetten in een andere stof. In de darm helpt lipase bij de omzetting van vet uit het voedsel, zodat de opname makkelijker wordt. Lipase komt normaal in kleine hoeveelheden voor in het bloed. Wanneer de alvleesklier beschadigd is of de alvleesklierbuis verstopt is, zal de hoeveelheid lipase in het bloed toenemen.

Hoe wordt het materiaal verkregen?

Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een holle naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.

Wanneer wordt deze test gedaan?

De dokter vraagt deze test aan als een patiënt klachten heeft die kunnen passen bij een aandoening aan de alvleesklier (pancreas) zoals:

buikpijn koorts verlies van eetlust misselijkheid

De dokter kan de lipasetest ook meerdere keren achter elkaar aanvragen om een patiënt te volgen die behandeld wordt voor een alvleesklierziekte. Het effect van de behandeling kan dan gevolgd worden door te kijken of de hoeveelheid lipase afneemt of toeneemt.

De lipasetest wordt ook gebruikt bij het vaststellen en volgen van andere ziekten zoals:

cystic fibrose (taaislijmziekte) coeliakie (overgevoeligheid voor gluten) de ziekte van Crohn (ontsteking(en) in de darm)

Wat betekent de uitslag?

Normaal: Bij gezonde personen wordt slechts een kleine hoeveelheid lipase in het bloed gevonden. De normale waarden of referentie waarden kunnen per laboratorium verschillen. Uw arts zal daarmee rekening houden. De bovengrens van de referentiewaarde ligt meestal rond de 70 kU/l.

Licht verhoogd: Licht verhoogd lipase kan voorkomen bij nierziekten, een ontsteking van de speekselklier, een verstopping van de darmen en maagzweer. De test wordt normaal niet gebruikt om deze ziekten vast te stellen of te vervolgen.

Sterk verhoogd: Bij een acute ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis) is de hoeveelheid lipase vaak 5 tot 10 keer verhoogd ten opzichte van die bij gezonde mensen. Bij acute ontsteking van de alvleesklier stijgt de hoeveelheid lipase fors in 24 tot 48 uur en blijft 5 tot 7 dagen verhoogd.

De hoeveelheid lipase kan ook verhoogd zijn bij een verstopping van de alvleesklierbuis, bij alvleesklierkanker of een andere alvleesklierziekte.

Verlaagd: De hoeveelheid lipase kan verlaagd zijn als de cellen die het lipase maken niet goed (meer) werken.

Nog vragen?

De informatie over deze test komt van deskundigen uit het ziekenhuislaboratorium. Daar worden dagelijks vele honderden testen uitgevoerd. Laboratoriumspecialisten zorgen er voor dat dit op een veilige en juiste manier gebeurt. Zij adviseren de dokter bij afwijkende uitslagen en ingewikkelde problemen.


Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog een vraag?
Stel deze dan aan een klinisch chemicus.

Heeft u als KC naar aanleiding van deze informatie nog een aanvulling?
Geef deze dan door aan de webredactie.